Ergens in de jaren ‘70, voordat smartphones het plot van iedere genrefilm nodeloos ingewikkeld maakten, stopt een messenverkoper aan een tankstation in het midden van de woestijn om zijn lege tank te vullen. Helaas voor hem is de benzinetruck te laat en raadt de eigenaar hem aan om in de diner ernaast te genieten van een stuk taart. Daar heeft de airco het begeven, maar serveerster Charlotte, tevens de echtgenote van de plaatselijke sheriff, geeft hem een warm onthaal. Op het nieuws horen ze dat twee gangsters een bank hebben overvallen en zijn weggevlucht in een groene auto. En raad eens wat voor karretje er stopt om te tanken? Inderdaad, het duurt niet lang of de messenverkoper en de serveerster krijgen een pistool tegen hun hoofd en moeten zweren om niemand iets te zeggen of te waarschuwen, tenzij ze willen dat er doden vallen. En die mogelijkheid wordt steeds groter, want de benzinetruck laat maar op zich wachten en de diner begint vol te lopen met gestrande reizigers. Een explosieve confrontatie lijkt onvermijdelijk.
Het is niet de eerste keer dat geld mensen gek maakt. Kijk maar naar YOUR LUCKY DAY. Maar zo’n minutieuze spanningsopbouw als hier kom je niet vaak tegen. Het zou los de nieuwste van de gebroeders Coen kunnen zijn, maar dit pareltje is het langspeelfilmdebuut van regisseur-scenarist Francis Galluppi. Je kan gerust spreken van een collectieve acteerprestatie. Ieder personage heeft een duidelijk afgetekende persoonlijkheid en zelfs de hond en, helemaal op het einde, een vogeltje, leveren gedenkwaardig werk af. Een unieke film, afwisselend grappig, spannend en hartverscheurend tragisch.